Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En de kinderen Israels [22]zijn ingegaan in het midden van de zee, op het droge; en de wateren waren hun een muur, aan hun rechter- en aan hun linkerhand. 22. De kinderen Israels hadden tevoren wel een anderen, bekwamer weg kunnen ingaan dan door de Rode zee, maar het heeft God den Heere beliefd, hen daardoor te doen passeren, om Farao en zijn heirleger te doen verdrinken, en zijn kracht te betonen.